Begrippen en afkortingen
Begrip | Betekenis |
---|---|
Audicien | Verkoper van hoortoestellen en hulpmiddelen voor slechthorenden en doven. |
Audiogram | Resultaat van een hooronderzoek, weergegeven in een grafiek. |
Audiologisch centrum | Samenwerkingsverband tussen verschillende specialisten op het gebied van slechthorendheid, doofheid en spraak. |
(Klinisch fysicus-) Audioloog |
Specialist op het gebied van slechthorendheid en doofheid. |
Bilateraal | Tweezijdig. Bij bilaterale CI-implantatie worden beide oren geïmplanteerd. |
Bimodaal | Wanneer horen met een CI in het ene oor wordt gecombineerd met horen met een hoortoestel in het andere oor, spreekt met van bimodaal horen. |
CI | Algemene afkorting voor Cochleair Implantaat. Zie: https://opciweb.nl/ci/ |
Cochlea | Deel van het binnenoor, slakkenhuis. |
Decibel (dB) | Maat om geluidssterkte (volume) weer te geven. |
Doof | Bij een verlies van 90 dB of meer, of wanneer je dermate slecht hoort, dat je ook met hoortoestel geen spraak meer kunt verstaan. |
Elektronenbundel | Bundel draden met elektroden in je slakkenhuis. |
Frequentie | Hoe vaak iets voorkomt binnen een bepaalde tijd. In geval van geluid: Aantal geluidsgolven (trillingen) per seconde. Hoe meer trillingen per seconde, hoe hoger de toon en omgekeerd. Wordt gemeten in Hertz (Hz). |
Geluidsprocessor | Zie: Processor. |
Hertz (hz) | Maat om toonhoogte (frequentie) in weer te geven. |
Fitting | Het instellen en afregelen van je CI. |
Implantaat | Een voorwerp dat in het lichaam is ingebracht. Bij een CI: Het deel dat onder je huid zit, dat een magneet bevat, dat de signalen van de spoel naar je slakkenhuis stuurt via de elektronenbundel die in je slakkenhuis zit. |
Laatdoof | Iemand die doof is geworden nadat hij of zij heeft kunnen horen en heeft leren spreken. Ook wel: postlinguaal doof. |
Otoloog | Een kno-arts die gespecialiseerd is in oren en gehoor |
Plotsdoof | Iemand die plotseling doof is geworden, soms na eerder al slechthorend te zijn geweest. |
Processor | Ook wel: geluidsprocessor of spraakprocessor. Onderdeel van een CI. Lijkt op een hoortoestel achter het oor. De processor neemt het geluid op, zet het om in een elektronisch signaal en stuurt dit via een snoertje naar de (zend)spoel. |
Schrijftolk | Iemand die voor je typt wat er gezegd wordt, zodat je dit kunt meelezen op een scherm. |
(Zend) Spoel | Deel van een cochleair implantaat. Dit deel is magnetische en 'plakt' op de magneet onder de huid (deel van het implantaat). De spoel stuurt het signaal van de geluidsprocessor naar het implantaat. |
Tinnitus | Ook wel genoemd: oorsuizen. Constant geluiden horen die in je hoofd zitten, maar die klinken alsof ze van buitenaf komen. |
Unilateraal | Eenzijdig. Bij unilaterale CI-implantatie wordt slechts één oor geïmplanteerd. |
Volume | Het geluidsniveau, hoe hard of hoe zacht klinkt dit geluid? Wordt gemeten in decibel (dB). |
Vroegdoof | Iemand die doof is geboren of als heel klein kind doof is geworden, voordat hij of zij heeft leren spreken. Ook wel: prelinguaal doof. |
AAL | Europees Ambient and Assisted Living programme |
ABI | Auditory Brainstem Implantat (Hersenstam-implantaat) |
BAHA | Zie BCD |
BCD | Bone Conduction Device (beengeleidingstoestel met als merknamen BAHA van Cochlear, de Ponto van Oticon Medical en de Bonebridge van Med-el) |
CI | Cochlear Implantaat |
CI-ON | Cochleaire Implantatie Overleg Nederland |
CVZ | College Voor Zorgverzekeringen, heet tegenwoordig Zorginstituut Nederland. |
dB | decibel eenheid om geluidsniveau aan tegeven. |
EURO-CIU | Europese vereniging van CI-gebruikers (CIU staat voor: Cochlear Implant Users) |
FENAC | FEderatie van Nederlandse Audiologische Centra |
FODOK | Federatie van Ouders van DOve Kinderen (Stichting Divers Doof) |
FOSS | Nederlandse Federatie van Ouders van Slechthorende kinderen en van kinderen met Spraak-taalmoeilijkheden (Stichting Hoormij) |
GGD | Gemeentelijke GezondheidsDienst |
GGMD | Geestelijke Gezondheidszorg en Maatschappelijke Dienstverlening. Zij begeleiden mensen die doof zijn of een hoorprobleem hebben en hun naasten. |
KNO | Keel, Neus en Oor(-arts) |
NDJ | Nederlandse Dove Jongeren (Stichting Divers Doof) |
NMG | Nederlands ondersteund Met Gebaren. Dit systeem gebruikt gesproken taal en de gebaren dienen als ondersteuning van het spreken. |
NGT | Nederlands Gebarentaal. NGT is een volwaardige taal met eigen grammatica. |
NVVS | Nederlandse Vereniging Voor Slechthorenden (nu Stichting Hoormij) |
ONICI | Onafhankelijk Informatiecentrum over Cochleaire Implantatie (Belgie) |
OPCI | Onafhankelijk Platform Cochleaire Implantatie |
SHiEC | Het project Supporting Hearing in Elderly Citizens |
UWV | Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen |